Op het transport vroeg mijn oma of ik haar wilde helpen om thuis te komen. En toen we samen haar appartement binnengingen, huilde ik bijna als een kind

Het was een doordeweekse ochtend. Ik stond bij de bushalte.

Mijn busje stopte. Er was niet veel plaats, maar wel genoeg, bijna alle stoelen waren bezet. De deuren wilden net sluiten, maar iemand uit de straat riep “wacht”. Ik zag een oudere dame. Ze hield zich vast aan een railing en probeerde op te staan. Maar niemand had haast om haar te helpen. Ik stak mijn hand uit en pakte haar schouder om haar overeind te helpen. “Dank je, kind,” zei de oude vrouw met zachte stem en glimlachte naar me. Het busje reed weg. Ik voelde haar hand trillen en ze kon niet lang blijven staan. Al snel kwam er een stoel vrij en een meisje stapte uit bij de bushalte. “Dochter, vertel me alsjeblieft waar de bushalte naar de kerk is. Ik zie niets meer.

– Het is aan de overkant van de straat. “Kun je me van de trap af helpen? Ik stemde toe, ook al moest ik bij de volgende halte uitstappen. Ik sms’te mijn collega dat ik later zou zijn. Bij de halte stapte ik uit, gaf mijn oma een hand, ze greep de leuning en kwam naar beneden. Geen van de mannen bij de halte of in de bus wilde ons helpen. “Ik woon daar, in dat gebouw, op de vijfde verdieping. Onze lift is beschadigd en ik kan niet alleen naar boven,” zei de oudere dame zachtjes. Langzaam bereikten we de vijfde verdieping, de oma hield mijn hand vast, de ander hield zich vast aan de spijlen van de trap. “Kom binnen voor thee, ik zal je bedanken. En zeg geen nee, want dan ben ik erg beledigd,” glimlachte mijn oma.

Het huis was erg gezellig en rook naar appels en noten. Aan elke muur hingen familiefoto’s. Er waren maar twee kamers en oma nodigde me uit in de woonkamer. Er lag een mooi wit kanten tafelkleed op tafel, een grote kast met verschillende boeken en beeldjes. In de glazen deur hing een portret van een jonge vrouw. Grootmoeder bracht me thee in hele mooie kopjes, wit, met bloemen erop. Ze trakteerde me ook op zelfgemaakte charlotte met appels, “Ik ben al 10 jaar weduwe. En twee maanden geleden is mijn dochter Olenka overleden. Dit is zij op de foto. Nadat ik mijn oma had bezocht, was ik in een slechte bui.

Ik belde mijn werk en zei dat ik vandaag niet zou komen. Ik was verdrietig door het gedrag van de mensen in de bus, bij de bushalte. Zou jij blij zijn als iemand zich zo gedroeg tegenover je moeder? Stel je gewoon altijd je ouders voor in de plaats van zulke vreemden. Misschien smelt je hart dan…

 

Související Příspěvky