Op een dag, midden in de zomer, wandelen Andriy en Denis in het stadspark.
De koele bries van de rivier en de schaduw van de dikke bomen gaven hen een broodnodige pauze. Muziek, gelach en vrolijke kinderstemmen klonken vanaf de draaimolens. Dennis bood hen een ritje met de skelter aan, maar Andriy wilde niet in de zon. Uiteindelijk stemden ze ermee in om op hun beurt te wachten op de baan, terwijl ze keken hoe de andere gelukkigen voorbij raasden. Terwijl ze wachtten, zag Andriy zijn vader een van de auto’s passeren, vergezeld door een mooie jonge vrouw die leek te proberen hem in te halen.
Andrei volgde de blik van zijn vader en zag hem glimlachen en naar de vrouw kijken. Toen het karten voorbij was, zag Andriy zijn vader zijn arm om het middel van de vrouw slaan en iets in haar oor fluisteren of haar kussen, schijnbaar onbewust van de mensen om hem heen. Andrei voelde zich rot en rende weg van de kart en Dennis volgde hem. Ze liepen in stilte naar huis en Andriy ging terug naar zijn kamer zonder een woord tegen Dennis te zeggen. Later die avond kwam Andriy’s vader thuis en kwam bij hen eten. Andriy rook de aromatische geur van gebakken aardappelen en uien en ging aan tafel zitten.
Zijn vader klaagde over zijn werk en zei dat hij wat papieren moest nakijken die niet goed waren voorbereid. De hele tijd voelde Andriy dat zijn vader naar hem keek. Na het eten vertelde Andrei zijn vader over wat hij in het park had gezien, maar zijn vader wimpelde het af en zei dat het zijn zaken niet waren. Andrei kon niet begrijpen waarom zijn vader dit had gedaan en was gekwetst door dit ogenschijnlijke verraad. De volgende dag doet Andrei alsof hij slaapt als zijn moeder naar haar werk gaat en zijn vader komt zijn kamer binnen om met hem te praten. Hij verontschuldigt zich voor wat er is gebeurd en belooft dat het nooit meer zal gebeuren, maar vraagt Andriy ook om dit geheim te houden voor zijn moeder. Andriy stemt toe, maar voelt zich nog steeds gekwetst en verraden. ..