Het gebeurde vanmorgen allemaal in een bus. Een jongeman stapt op met een tas waaruit een militair uniform nauwelijks te zien is. Een paar minuten later ging de telefoon…
We zaten in een minibus. Er stapte een jonge man in. Hij was in burgerkleding. Hij droeg een reistas, waar zijn militaire uniform nauwelijks bovenuit stak. Hij begroette iedereen luid…
Mensen keken hem verbaasd aan. Hij ging bij het raam zitten. En zijn ogen, zijn ogen waren ongelooflijk helder van geluk. Iedereen keek naar hem. Een paar minuten later ging zijn telefoon. En toen begon deze reiziger te spreken. En de hele minibus bevroor in afwachting… “Mama, hoor je me, niet huilen? Mama, ik ben hier, hoor je me? Ik ben bijna thuis! Ik zie je over een paar minuten, mam! Mam, niet huilen! Ik heb tien dagen verlof! Mama, ik heb je zo gemist!
De vrouwen in de minibus konden hun tranen niet bedwingen. En de jongeman, verzonken in een gesprek met zijn moeder, zag dit allemaal niet eens. En op dat moment begreep iedereen dat, gezien de toestand waarin Oekraïne al meer dan vijf jaar verkeert, dit de gelukkigste, meest wenselijke woorden waren voor hen beiden – moeder en zoon “Mama, niet huilen, ik ben gekomen!