Die dag begon zoals gewoonlijk. Ik stuurde mijn zoon naar school met een glimlach en een zwaai, me niet realiserend dat er veel zou veranderen…
Hij kwam vroeger thuis dan gewoonlijk, de tranen stroomden over zijn wangen. Mijn hart zonk toen hij fluisterde: “Mam, de juf zei voor de hele klas dat ik arm ben.” Woede en afwijzing gierden door me heen. “Dat is niet waar, en we zullen het ze snel laten zien,” zei ik streng, terwijl ik de hand van mijn zoon pakte.
We kwamen de volgende dag naar school, gewapend met vastberadenheid en trots. De les was in volle gang toen we het klaslokaal binnenkwamen. De ogen van alle aanwezigen waren meteen op ons gericht. “Het spijt me dat ik stoor,” begon ik, terwijl ik voelde dat alle ogen op mij gericht waren, ”maar er zijn een paar dingen die je moet zeggen waar iedereen bij is.” Ik richtte mijn blik weer op de lerares en probeerde kalm te blijven. “Een kind arm noemen waar de hele klas bij is, is niet alleen onprofessioneel, maar ook wreed. Echte armoede is geen gebrek aan inkomen, maar een gebrek aan menselijkheid en medeleven.”
De zaal viel even stil. De lerares werd wit en de ogen van de kinderen verschoven van haar naar mij. “Ik ben hier niet gekomen om een scène te maken,” ging ik verder, ”maar om ervoor te zorgen dat dit gedrag onaanvaardbaar is en dat het nooit meer gebeurt.” We vertrokken in stilte. Hoewel het voor ons allebei een moeilijke dag was, versterkte het onze band. Mijn zoon besefte dat de waarde van een man niet wordt afgemeten aan zijn rijkdom, maar aan zijn daden en karakter. Hij zal deze les altijd onthouden… Ik denk dat ik juist heb gehandeld.