Toen Olena bij haar moeder aankwam, was Nadiia blij haar dochter te zien. Maar haar woorden over het bezoek verrasten haar.
– “Moeder, ik heb het nodig. Je kunt het in termijnen terugbetalen, zoals je wilt,” zei Olena rustig.
– “Wat?” – vroeg Nadiya verward.
– “Het geld dat ik je gaf voor de operatie,” legde haar dochter uit.
Nadiya’s hand beefde en ze ging stilletjes naar de kast om het spaargeld dat ze van haar pensioen had verzameld eruit te halen. Ze stak het uit naar Olena en sprak hevig:
– “Pak aan, mijn dochter.
– Hier, zie je? “En jij zegt dat je geen geld hebt,” zei Olena glimlachend, ”wacht maar tot de herfst, dan krijg je het terug. We hebben het nu nodig, we willen wat reparaties doen en ons fatsoenlijk kleden. Dit is geen dorp waar niemand op kleding let, dit is een stad. Het is hier een heel andere situatie. Begrijpen jullie dat?
– Ik begrijp het,” jammerde Nadiia.
Een week later kwam haar jongere dochter Solomiia op bezoek.
– “Wil je ook geld, mijn dochter?” – vroeg haar moeder voorzichtig.
– “Waar heb je het over, moeder? Hoe kom je op dat idee?
Toen kon Nadiya zich niet meer inhouden, haar ogen vulden zich met tranen en ze vertelde over het gesprek met Olena.
– “Medicijnen worden duurder, ik weet niet wat ik moet doen…” klaagde ze.
– “Mam, maak je geen zorgen, ik zal voor mijn zusje zorgen,” stelde Solomyia haar gerust.
Een paar dagen later gaf Solomyia Olena het geld dat ze nodig had. Ze zei kil tegen haar:
– “Hoe lang zal je moeder nog leven? Ze had allang moeten sparen.
Daarna heeft Olena haar moeder nooit meer bezocht. Ze liet zelfs haar kleindochter Nadiya nooit aan haar zien. Toen haar gezondheid verslechterde, nam Solomyia haar in huis.
Elf jaar lang leefde Nadiya bij Solomiya en haar kinderen in zorg en liefde. Ze voelde zich niet eenzaam en genoot van de rust. Maar de tijd kwam en de Heer riep haar tot Zich.
Na de begrafenis gingen de zussen naar de notaris om te informeren naar de erfenis. Daar werden ze verrast: Nadia had al haar bezittingen aan Solomyia nagelaten. Ze sloten een brief bij die door hun moeder was geschreven:
“Olenka, wees gelukkig en herinner me niet met een slecht woord. Ik dank God dat ik wegga zonder iemand iets schuldig te zijn”.