Toen ik klaar was met de basisschool, besloot mijn vader te hertrouwen. Mijn moeder stierf bij een auto-ongeluk toen ik drie jaar oud was. Mijn vader was erg depressief en ik kan niet zeggen dat ik blij was toen er een nieuwe vrouw in zijn leven kwam, maar ik vond haar ook niet leuk…
Integendeel, het bleek juist mijn vaders nieuwe vrouw te zijn die mij niet mocht. onze relatie was vanaf het begin niet goed. vanaf de eerste dag klaagde aldona over mij bij mijn vader, vaak onterecht. In ruzies koos mijn vader altijd de kant van mijn stiefmoeder. Het leven in dit gezin werd ondraaglijk voor mij.
Uiteindelijk nam mijn vader me mee naar mijn grootouders die in een andere stad woonden. Hij bracht me daarheen en vergat me. In het begin belde ik hem vaak, ik miste hem zo erg, maar toen realiseerde ik me dat mijn vader me niet meer nodig had. Mijn grootouders deden er alles aan om mij een goed gevoel te geven.
Ik kreeg de beste zorg en ze hielden allebei zielsveel van me. Mijn opa leerde me veel dingen die ik tot op de dag van vandaag weet. Ze gebruikten hun lage pensioenen om moderne dingen voor me te kopen, zodat ik me niet minderwaardig zou voelen dan de kinderen die bij hun ouders woonden. Ik besloot dat ik een grote carrière moest hebben zodat mijn vader zich zou schamen voor de manier waarop hij zich gedroeg. Ik deed het heel goed op de middelbare school, slaagde met vlag en wimpel voor mijn examens en mocht daarna naar de universiteit.
In mijn derde jaar hielp ik mijn klasgenoten en andere studenten tegen een vergoeding en in mijn vierde jaar kreeg ik een baan in een klein bedrijf. In mijn laatste jaar ging ik op uitwisseling naar Zwitserland en nu heb ik mijn eigen bedrijf, alles gaat goed. Ik heb mijn eigen grote flat, een lieve vrouw en een dochter – mijn prinses.
Ik weet niet hoe mijn vader achter mijn adres is gekomen, maar op een dag stond hij plotseling voor de deur van mijn huis. Het bleek dat Aldona eerst zijn appartement had aangevraagd, hem vervolgens had bedrogen, het appartement aan zichzelf had overgedragen, het vervolgens had verkocht, het geld had gestolen en was verdwenen. Mijn vader besloot dat ik, als zijn biologische zoon die het zich kon veroorloven, zijn appartement moest kopen.
Ik verzamelde al mijn kracht om hem niet de deur uit te gooien. De volgende ochtend reed ik mijn vader naar het huis van mijn grootouders. Ze vonden het niet erg, hun gezondheid was achteruit gegaan en ze hadden dagelijkse zorg en aandacht nodig. Hij heeft nu misschien spijt van wat hij heeft gedaan, maar het verleden kan niet ongedaan worden gemaakt of veranderd.